Constantino Zegarra is een principiële Peruaanse regeringsfunctionaris die zich onderscheidt van zijn corrupte collega's. Gedurende zijn carrière van twee decennia heeft hij zich standvastig verzet tegen corruptie, gedreven door de herinnering aan het verarmde einde van zijn vader als gevolg van corruptie. Op zijn veertigste is hij een toegewijde familieman met een tienerdochter die zijn opvattingen uitdaagt. Op een ochtend overleeft hij een schot in de keel, waardoor hij stom wordt. Bij herstel is hij er zeker van dat iemand van zijn kantoor heeft geprobeerd hem te vermoorden.