In 1960 woont Jean Ripoche in een kustplaats in de buurt van Nantes met zijn vrouw Liliane, hun vier kinderen en Liliane's vader Lucien. Jean verdeelt zijn tijd tussen het runnen van zijn loodgieterszaak en het maken van een praalwagen voor het carnaval van Nantes. Het geordende leven van de Ripoche wordt in beroering gebracht wanneer Jean's voormalige vriend, Yvon Legualoudec, terugkeert naar de stad - met zijn zwarte vrouw Annabelle en hun drie kinderen. Voordat hij twintig jaar geleden verdween, was Yvon zonder een woord te zeggen Jean's rivaal voor Liliane's genegenheid. Terwijl bittere herinneringen weer opduiken, raakt de relatie tussen Jean, Yvon en Liliane gespannen.